Nachtblindheid: Uitdraai bij onderzoek nachtblindheid

Wat is nachtblindheid:

Wanneer u ’s avonds in het donker minder goed kunt zien terwijl bij voldoende licht het zicht wel goed is, dan is dat heel normaal. Bij de overschakeling van licht naar donker hebben de ogen even tijd nodig om te wennen aan plotselinge duisternis, maar na een korte tijd wordt het zicht vanzelf beter. Als dit niet gebeurt, en je blijft heel slecht zien in het (schemer) donker, of wanneer het erg lang duurt, dan kunt u last hebben van nachtblindheid. Vooral bij snelle wisselingen tussen licht en donker kan dit grote gevolgen hebben. De medische naam van nachtblindheid is hemeralopie.
 
In het netvlies liggen twee soorten lichtgevoelige cellen: de kegeltjes en de staafjes. Dit zijn de zogenaamde lichtgevoelige fotoreceptoren die de informatie doorgeven via de optische zenuw aan de hersenen voor verdere interpretatie. De kegeltjes gebruiken we als het licht is. Ze zorgen ervoor dat we scherp zien en kleuren kunnen onderscheiden. Bij schemer en in het donker doen de kegeltjes vrijwel niets en gebruiken we de staafjes. Met de staafjes kunnen we geen kleuren onderscheiden. Daarom zien we in het donker alles grijs. De staafjes vangen zo veel mogelijk licht om toch zoveel mogelijk te kunnen zien. Bij nachtblindheid functioneren de lichtgevoelige staafjes in het netvlies niet of niet goed, en spreken we van een afwijkende donker-adaptatie.
 

Verschijnselen bij nachtblindheid:

Bij  nachtblind kunt u in het donker niets of bijna niets zien, terwijl bij voldoende licht het zicht wel goed is. Een symptoom bij nachtblindheid is dat mensen met nachtblindheid veel moeite en tijd nodig hebben om aan het donker te wennen wanneer ze uit een ruimte komen die helder verlicht is. Deze aandoening komt gelijktijdig aan beide ogen voor. Nachtblindheid geeft in het (half)donker problemen en maakt man onzeker bij lopen, fietsen en zeker ook bij autorijden en op onverlichte secundaire wegen. Nachtblindheid aan één oog, wijst op een oogziekte.
 

Oorzaken van nachtblindheid:

Nachtblindheid kan een erfelijke oorzaak hebben (congenitaal) en kan geheel of gedeeltelijk zijn. De meest voorkomende vorm van erfelijke nachtblindheid ontstaat bij retinitis pigmentosa, samen met onder andere beperkingen in het gezichtsveld. Maar ook het gebruik van bepaalde medicatie (phenothiazines) , maculadegeneratie (ARMD), pathologische myopie en als neveneffect bij refractieve chirurgie (Lasik, PRK). Bij retinitis pigmentosa degenereren de staafjes en de kegeltjes in het netvlies langzaam. De achteruitgang van de staafjes leidt tot nachtblindheid. Deze vorm van erfelijke nachtblindheid komt bij ongeveer 1 op de 3.500 mensen voor.  

Een gebrek aan vitamine A kan ook nachtblindheid veroorzaken. De lichtgevoelige staafjes hebben vitamine A nodig om goed te kunnen functioneren. Dit werkt als volgt: In de staafjes zit een pigmentstof die is opgebouwd uit eiwitten en een stof die lijkt op vitamine A. Als er licht op de staafjes valt, splitst het pigment in verschillende delen. Het pigment moet vervolgens weer worden opgebouwd en daarvoor is vitamine A nodig. Dit wordt uit het bloed opgenomen. Is er te weinig vitamine A in het bloed, dan wordt de aanmaak van nieuw pigment verstoord en kunnen de staafjes niet goed functioneren.

Goede en gevarieerde voeding is belangrijk voor gezonde ogen. Let dus goed op wanneer u medicijnen gaat gebruiken, maar ook wanneer u bijvoorbeeld een (vitamine-A arm) dieet gaat volgen. Een duidelijke filmpje hoe de staafjes en kegeltjes hun werk doen is te vinden als u deze koppeling volgt.

Tot slot is er tegenwoordig overal kunstlicht, ook overdag in de vorm van lampen op kantoren en scholen, telefoon-, en computerschermen. Van dit licht worden onze ogen moe en overgevoelig (volg deze koppeling voor Blauw licht c.q. Blue Ray bescherming). Daarnaast is er altijd en overal licht, terwijl duisternis op z’n tijd goed is om onze ogen actief te houden. Het activeert de staafjes, waardoor nachtblindheid minder kans krijgt.
 

Nachtblindheid voorkomen:

Nachtblindheid is niet te voorkomen wanneer het de erfelijke variant betreft. Het risico op de niet-erfelijke variant van nachtblindheid kan wel worden beperkt. Goede, gevarieerde voeding en de ogen rust geven, kunnen helpen om niet-erfelijke nachtblindheid te voorkomen.
 

Nachtblindheid behandelen:

Wat is er aan nachtblindheid te doen: 

Of en hoe nachtblindheid behandeld kan worden, ligt aan de oorzaak. Hoe dan ook is het bij nachtblindheid belangrijk om regelmatig naar de oogarts te gaan om de ogen te laten controleren.
Komt de nachtblindheid door een onbehandelde bijziendheid, dan biedt de juiste bril de oplossing. Bij staar kan een nieuwe lens de klachten laten verdwijnen en bij glaucoom kunnen andere medicijnen de nachtblindheid soms behandelen en verminderen.
In het geval van een vitamine A-gebrek biedt gezonde voeding in combinatie met een voedingssupplement vaak een goede behandeling van nachtblindheid. Komt het vitamine A-gebrek door een ziekte van de darmen of de maag? Dan is het goed om, zo mogelijk, ook die te laten behandelen.
Voor de erfelijke vorm van nachtblindheid is geen behandeling mogelijk. In het beste geval blijft de situatie stabiel, maar meestal treedt er langzaam een afname van het zicht op.
 

Nachtblindheid en autorijden:

Om uzelf en om anderen te beschermen, is het verstandig om bij nachtblindheid in het (half)donker geen auto te rijden, zelfs als er voldoende straatverlichting is.
 

Bril bij nachtblindheid:

Er is een bril, de nachtzichtbril, die het zicht in het (half) donker kan verbeteren. De nachtzichtbril heeft gele glazen met een golflengte van ca.  die contrasten duidelijker maken en fel licht dimmen, zoals bij tegemoetkomende koplampen. Door het dragen van deze bril voor nachtblindheid wordt het zicht scherper. Ook zijn er contactlenzen met deze typische gele kleur verkrijgbaar. Sommige mensen met nachtblindheid hebben baat bij een dergelijke nachtzichtbril of nachtzicht contactlenzen..
 

Testen op nachtblindheid:

Een oorzaak van nachtblindheid kan ondermeer liggen in een niet goed gecorrigeerd oog door uw bril of contactlenzen. Ook cataract (staar), waarbij de ooglens in lichtdoorlaatbaarheid afneemt, kan bijvoorbeeld de oorzaak zijn dat u bij schemer en donker minder goed kan zien. Om ander mogelijke oorzaken uit te sluiten, start het onderzoek met een uitgebreid optometrische controle. Behalve de sterkte die u nodig zou kunnen hebben worden de oogdrukken gemeten en de ogen van buiten maar ook van binnen goed gecontroleerd. Hierbij worden druppels gebruikt om de pupillen wijd te maken, deze druppels blijven ca. 4 uur Belangrijk om te weten !!werkzaam, en kunt u gedurende deze tijd dus niet zelf autorijden. 
(Zijn de gegevens hiervan kortgeleden al vastgelegd door uw oogarts of optometrist, dan wordt direct gestart met deel 2 van het onderzoek) 
Na het uitgebreide oogonderzoek wordt een nieuwe afspraak gemaakt voor deel 2 van het onderzoek, met de Goldmann-Weekers Adpatometer. Helaas is dit niet direct mogelijk wanneer uw ogen kort daarvoor (enkele uren) onderzocht werden met gebuik van pupil verwijdende druppels.
Met de Goldmann adaptometer worden onder strenge licht-omstandigheden de werking van de staafjes en kegeltjes per oog gemeten. Met deze adaptometer zijn verschillende onderzoeken uit te voeren. Vaak zal uw oogarts u aangeven welke meting voor u van belang zou kunnen zijn. In ons optometrisch centrum is donkeradaptatie-apparatuur aanwezig.

Detecteren en graderen van nachtblindheid met de Goldmann Adaptometer:


Haag-Streit adaptometer

Een Adaptometer is het instrument om nachtblindheid te meten, en er een gedegen waardeoordeel aan te verbinden. Dit kan bijvoorbeeld van belang zijn voor het verkrijgen of verlengen van uw rijbewijs, of als voorwaarde voor uw nieuwe baan.

Wilt u een onderzoek naar nachtblindheid ?

In het Optometrisch centrum in Hurdegaryp is de Goldmann/Weekers Adaptometer in gebruik voor het meten van ondermeer nachtblindheid. Met dit instrument kunnen verschillende metingen die betrekking hebben op het functioneren van de staafjes en kegeltjes worden uitgevoerd.

Hoe gaat de test voor nachtblindheid in z’n werk:

Voor het begin van de meting zit u 5-10 minuten in een matig verlichte ruimte, deze tijd is nodig om uw ogen aan het donker te laten wennen. Daarna nog enkele minuten in volledige donkerte,. Dan start de meting, deze meting duurt ongeveer 30 minuten. Verschillende metingen zijn mogelijk, de tijd van het onderzoek kan daarom wat variëren.

Metingen die kunnen worden uitgevoerd:

1. Absolute Treshold bepaling.
2. Gevoeligheid van het gehele netvlies.
3. Objectieve donker adaptatie.
4. Visus bij gedempte lichtintensiteit (Comberg’s Nyctometer)
5. Verstrooiingslicht gevoeligheidsmeting.
 Beeld bij verstoord nachtzicht

Kosten van het optometrisch onderzoek en adaptatietest bij nachtblindheid:

Het onderzoek naar nachtblindheid is opgebouwd uit 2 delen:
Deel 1 is het uitgebreide optometrisch onderzoek, dit is niet noodzakelijk wanneer dit
kort geleden al werd uitgevoerd door uw oogarts of optometrist.
Deel 2 bestaat uit de adaptatie meting, let op de prijzen hiervan kunnen afwijken, afhankelijk van de test, of meerdere testen die u wilt hebben verricht.
Heeft u nog vragen of opmerkingen dan kunt u ons altijd nog even telefonisch benaderen.